Elke taal kun je leren.
Voor het leren van een taal onderscheiden we vier verschillende vaardigheden. Allereerst de passieve vaardigheden van het luisteren en het lezen. Daarnaast zijn er de actieve vaardigheden van het spreken en het schrijven in de doeltaal. Het leren van een taal bestaat uit het ontwikkelen van één of meerdere vaardigheden in de gewenste taal. In principe kun je elke taal leren, al zal de ene taal sneller en gemakkelijker worden aangeleerd dan de andere. Dit is bijvoorbeeld afhankelijk van de moedertaal van de cursist.
Zo zal het aanleren van de Nederlandse uitspraak voor iemand uit Duitsland minder lastig zijn dan voor een Spaanstalige persoon. In het Spaans klinkt de “-j” als “-h” en de “-h” wordt niet uitgesproken. En zo heeft het Chinees meerdere manieren om een klein woordje als ‘ma’ uit te spreken, waarbij verandering van klank en intonatie een andere betekenis oplevert. In het algemeen kan er worden gesteld dat de passieve vaardigheden van het luisteren en het lezen eerder worden verworven dan de actieve vaardigheden van het spreken en het schrijven.